Gastcolumn Prof. Dr. Paul J.M. Helders: Waarheid

Een nieuwe editie in de rubriek “Gastcolumn van de hoogleraar”, geschreven door erelid van Scientia Fundus prof.dr. Paul J.M. Helders. Periodiek schrijft een hoogleraar (met als werkgebied fysiotherapiewetenschap) een column voor onze website. 

 

Waarheid

                         Waarheid is echtheid, geldigheid, juistheid.
Nep staat synoniem voor bedrog, onecht, fake. Met ‘fake’  wordt tegenwoordig alles afgedaan wat iemand niet neust. Maar sinds mensenheugenis bestaat er ‘fake’ nieuws. Wie kent immers geen verhalen over UFO ’s of over de witte mannetjes bij de Bijlmer vliegramp. Met het bestaan van de ‘social media’ wordt het alleen maar sneller verspreid omdat veel mensen er op reageren. In tegenstelling tot de échte of harde feiten, bestaan er vandaag de dag ook ‘alternatieve’ feiten. Van de eerste staat de werkelijkheid vast, van de laatste wordt de indruk gewekt dat ze gemanipuleerd kunnen worden. Alternatieve feiten passen in het huidige ‘Trumpiaans’ wereldbeeld. Net zoals iedereen het recht heeft op zijn of haar eigen mening, autoriteiten niet te vertrouwen zijn, en wetenschap ‘ook maar’ een mening is.

Zo was het een geaccepteerd feit dat vaccinaties nuttig zijn. Het spaart mensenlevens en veel ziekteleed. Streng gelovigen denken daar anders over maar worden er niet door geraakt. Ze “liften mee” op de zogenoemde ‘herd immunity’ of groepsimmuniteit. Afhankelijk van de ziekte treedt dit epidemiologisch verschijnsel op bij een vaccinatiegraad onder de bevolking van 80 tot 95%. Dit alles neemt een beduidend andere wending in 1998 na de publicatie van Andrew Wakefield in the Lancet. Deze Britse gastro-enteroloog beweert dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de BMR (Bof, Mazelen, Rodehond) vaccinatie, autisme en de ziekte van Crohn.

Zijn onderzoek blijkt op fraude te berusten. De auteurs trekken hun artikel terug. Wakefield wordt door het Britse medisch tuchtcollege, op grond van meerder frauduleus en onethisch handelen, de bevoegdheid tot het uitoefenen van de geneeskunde definitief ontnomen. Maar daarmee verstomd de discussie niet. Integendeel. In de ‘social media’ verschijnen allerlei ‘chatgroepen’ en talrijke “nieuwsberichten” over autisme, hersenbeschadiging en andere vermeende complicaties na een vaccinatie. Discussieprogramma’s op de televisie over vaccinatie ontaarden in nietes-welles geschreeuw. Wetenschappers worden weggezet als onbetrouwbare praters die ‘ook maar een mening’ verkondigen. Meer wetenschap vergroot het wantrouwen. Tegenstanders van vaccinatie zijn heilig overtuigd van hun gelijk. Ze schreeuwen om erkenning en vooral bevestiging. Hier bieden de ‘echokamers’ van Facebook uitkomst. Daarin wordt immers iedereen bevestigd. De algoritmen van deze zogenaamde sociale media zorgen er namelijk voor dat men alleen dátgene krijgt voorgeschoteld dat past bij de eigen opvatting. De waarheid is zoek.

                          Vreemde tijden…., waarin het ook lijkt of allergie toeneemt. Volgens recente cijfers is de prevalentie bij volwassenen 4,1%. Vraag je het echter aan de consument zelf, dan zegt ruim 17% een voedselallergie te hebben. Bijna driekwart is zelf gediagnostiseerd; een minderheid heeft een arts bezocht. Een restaurant kok zei onlangs tegen me dat hij het gevoel heeft steeds meer in een dieetkeuken van een ziekenhuis te staan. Met de toenemende ‘verlanglijstjes’ van de gasten gaat de lol er voor hem af. Niet alleen voedselallergie neemt toe. Psychologen spreken van een toenemende sociale allergie. Het lijkt er op dat steeds meer mensen intolerant worden voor alles en iedereen in hun omgeving. Sociale intolerantie is een stuk ingewikkelder dan het somatische probleem. Met zoveel bevestiging van de eigen IK ontwikkelt zich geen tolerantie meer voor het andere. Alleen de eigen opvatting, de  “zelf-diagnose” telt. Wetenschap is dan inderdaad ook maar een mening. Ieder z’n eigen echokamer, z’n eigen waarheid, z’n eigen leugen.

                              Deze tijd vraagt dan ook om wetenschappers die zich nadrukkelijk als zodanig manifesteren en zich zowel  in wetenschappelijke als in maatschappelijke discussies mengen. De plicht van een wetenschapper. Het kan toch niet zo zijn dat wetenschappelijke feiten en ‘lege artis’ uitgevoerd onderzoek, wordt afgedaan als “ ook maar een mening”. De wetenschap als ‘prietpraat’ , de wetenschapper als ‘kletskous’… 

                             Zich nadrukkelijker manifesteren geldt eveneens voor de Fysiotherapiewetenschapper. In dat vakgebied heeft ook iedereen een mening, niet altijd op wetenschappelijke feiten gebaseerd. Er zijn nog te veel interventies waarvan de effectiviteit niet is vastgesteld of onderzocht. We kunnen er allemaal wel een paar noemen. “Believers” reageren als door een wesp gestoken wanneer je dat ter sprake brengt. De bewijslast voor een ‘gedacht’ effect wordt bij de “aanklager” gelegd, terwijl juist de voorvechters van een omstreden therapie dat behoren te doen. Bevestiging wordt gezocht bij ‘gelijkgestemden’. Daar vindt men het ‘ zie je wel dat ik gelijk heb’.

Ik ken geen Facebook echokamers (wellicht kijk ik niet goed), maar van een op de persoon gerichte modder-gooierij op het internet zijn ook fysiotherapeuten niet vies. Ervaringsfeit!

We dienen ons dus als wetenschappers nadrukkelijk met het wetenschapsniveau van het vakgebied te bemoeien. Bijvoorbeeld in de thans lopende discussie over het gewenst entree niveau van de beginnend fysiotherapeut. Te belangrijk om dat alleen aan bestuurders en onderwijsdirecteuren over te laten. Een Bachelor diploma is meer dan voldoende vinden bobo’s en bestuurders van de beroepsgroep. Niet op wetenschappelijke argumenten gebaseerd. Internationaal geldt minimaal een Master diploma als gewenst entree niveau.

Niet alleen dat de Nederlandse fysiotherapie zich met een BSc als entree niveau distantieert van de internationale wetenschappelijke beroepsontwikkeling, maar deze bestuurlijke prietpraat maakt van de Nederlandse fysiotherapiewetenschappers wetenschappelijke kletskousen…..Accepteren we dat?

Prof. Dr. Paul J.M. Helders, medisch fysioloog
Emeritus klinische gezondheidswetenschappen
Universiteit Utrecht

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *